duurzame docent home

  • Onderwijstype: Hoger onderwijs
  • School: Zuyd Hogeschool
  • Jaar van aanmelding: 2024

1. Typeer de docent in de duurzame impact die hij/zij/hen maakt.

Stefano is een onderwijspiraat. Piraten waren namelijk vernieuwers in de tijd van kolonialisme. Zij vochten bijv. voor inclusiviteit, gelijkheid, eerlijkheid en een rechtvaardig bestaan terwijl ‘de grote rijken’ alles voor de elite hielden. Piraten opereerden door hun principes ver voor hun tijd en streden ten alle tijden voor een betere en eerlijkere wereld. Het boek ‘be more pirate’ van Sam Conniff legt dat haarfijn uit. Stefano is een onderwijspiraat, omdat hij de status quo uitdaagt. Niet alleen in het onderwijs zelf, maar ook in de beroepspraktijk. Studenten zijn voor hem mede piraten en samen dienen zij uit te pluizen hoe een betere en eerlijkere wereld eruit zien. Uiteraard doet hij dat binnen zijn vakgebied van Built Environment, maar ook daarbuiten. Hij ziet de gebouwde omgeving als het decor van het menselijk leven in al haar facetten en pleit voor een cruciale rol van die gebouwde omgeving in het behalen van ‘duurzaamheid’ (lees: betere en eerlijkere wereld).

2. Hoe betrekt de docent leerlingen/studenten in het samenstellen van duurzaamonderwijs?

Duurzaam onderwijs in de eerste plaats houdt voor Stefano in dat onderwijs, onderzoek en de praktijk met elkaar verbonden worden. Dat is geen optie of mogelijkheid, maar een vereiste om ‘duurzaam onderwijs’ te bereiken. Dat komt, omdat de wereld meerdere transities kent en die het hoofd moet bieden, bijv. de energie transitie of circulaire economie als bekende voorbeelden maar ook de politieke transitie of onderwijstransitie als minder bekende voorbeelden. Om dat te bewerkstelligen gelooft hij in de combinatie van bovengenoemde verbinding, zodat kennisontwikkeling, kennisdeling en kennistoepassing gelijkertijd plaatsvindt. Iedereen zit volgens Stefano in hetzelfde schuitje; we moeten met z’n allen die transities gaan aanvliegen. Dat is een zekerheid. Hoe we dat moeten doen is nog een onzeker pad. Stefano betrekt studenten (en docenten) actief in de zoektocht naar die hoe-vraag voor zowel bekende als minder bekende transities. Concreet geeft hij bijvoorbeeld studenten altijd zo veel mogelijk vrijheid en ontwikkelruimte in themacolleges of excursies, óf positioneert hij studentopgaven en het vakgebied van Built Environment in ‘het groter geheel’ (lees: de wereldwijde uitdagingen).

3. Hoe biedt de docent handelingsperspectief aan leerlingen/studenten?

Stefano biedt handelingsperspectief aan studenten door hen 1) te stimuleren om vraagstukken praktisch toepasbaar aan te pakken en oplossingen praktisch toepasbaar te maken én 2) de actualiteit binnen het vakgebied van Built Environment en de actualiteit omtrent Duurzaamheid/de SDGs te volgen en bespreekbaar te maken. Stefano gelooft namelijk dat studenten leren als zij bekend zijn met de actualiteit, zich daar een mening over durven te vormen middels dialoog alsook hoe daar in de praktijk mee omgegaan wordt én hoe studenten vinden of denken dat daar mee om gegaan zou moeten worden. Ter illustratie: stimuleert hij relevante kennis- en informatieplatformen in de gaten te houden zoals Platform31 or gebiedsontwikkeling.nu en van daaruit ook hun netwerk op te bouwen en hun eigen leefomgeving thuis aan te weerspiegelen óf biedt hij studenten keuzeopdrachten aan die linken met het lectoraat Smart Urban Redesign om een case study naar de verduurzaming van bedrijventerreinen te verichten en daar ‘lessons learnt’ uit te trekken voor de bredere opgave in dat opleidingsblok.

4. Hoe krijgt de docent anderen binnen de school mee in duurzame ontwikkeling?

Stefano krijgt anderen mee met zijn mensgerichte en onderbouwde passie en gewaardeerde leer- en actiegrichte eigenwijsheid. Met mensgerichte en onderbouwde passie wordt bedoeld dat Stefano een hele hoge ambitie en drive kent omtrent duurzaamheidsdoelen binnen en buiten zijn vakgebied en welke verandering daarvoor nodig is (passie), doch tegelijkertijd erkernt dat niet iedereen diezelfde snelheid van verandering aanhoudt of aankan. Hij luisteren daarom heel goed naar hoe individuen over bepaalde duurzaamheidsthematiek denken, en past zijn bevlogenheid daaraan aan. Dat wekt veel vertrouwen, toegankelijkheid en rust. Met gewaardeerde leer- en actiegrichte eigenwijsheid wordt bedoeld dat Stefano zijn vernieuwende ideeën over onderwijs en het vakgebied Built Environment i.r.t. bijv. de SDGs of maatschappelijke trends gedoseerd uitdraagd en tegelijkertijd (en ongeacht de mening van anderen) toch zelf uitprobeert. Daarmee toont hij aan welke mogelijkheden en welke leereffecten zich zowel bij studenten, docenten en externen voordoen als bepaalde vernieuwende ideeën plaatsvinden en/of bespreekbaar worden gemaakt. Een concreet voorbeeld is een recente excursiedag van Stefano over sociale planologie en ChatGPT in Heerlen. Het themacollege sociale planologie (45 min) kende een aansluitende opdracht: maak per studentengroep een social-plonologische wandeling middels ChatGPT in Heerlen. In de middag liepen alle studentengroepen hun eigen wandeling waarbij gestart werd met een gezamenlijke aftrap in Heerlen-Noord waar Stefano zijn eigen stadsblik deelde. Vervolgens legde studenten hun eigen wandeling vast en presenteerde deze aan de overige groepen op het terras in Heerlen. De excursiedag werd door de studenten als zeer positief ervaren vanwege het vrije onderwijskarakter, de actieve werkvormen én het bewust maken hoe om te gaan met ChatGPT. Hij deelde zijn ervaring met collega’s, ondanks hun standpunten over het gebruik van bijv. ChatGPT.

5. Op welke manier is de docent een inspiratie voor (beginnend) docenten, leerlingen, studenten, collega’s en de omgeving buiten de school?

Stefano is een inspiratie vanwege zijn internationale duurzaamheidsblik én zijn open en onderzoekende houding jegens duurzaamheidsvraagstukken. Bovendien, durft hij de moeilijke (en soms niet gestelde) vragen te stellen. Om dit punt te verduidelijken, verwijzen wij naar de definitie van vrede die Stefano hanteert: Vrede is een manier van omgaan met elkaar. Als we respect hebben voor elkaar en open staan voor het leereffect van wederzijdse inspiratie; dan opereren we vredig. Inspiratie opdoen en daarvan leren staat centraal in hoe Stefano een ‘vredige’ wereld (lees ook: betere en eerlijkere wereld) wil berijken. Dat geldt ook voor andere duurzaamheidsthema’s, zoals armoede. Hij gelooft dat mensen over globale uitdagingen kunnen leren als zij onderzoeken hoe die uitdagingen lokaal (over de hele wereld en door andere culturen) worden bezien, aangepakt of daar manifestatie vinden. Een internationale blik op duurzaamheid en een fascinatie over hoe andere culturen duurzaamheid inkleden is voor hem dan ook een pré om de duurzaamheidstransitie aan te pakken. In zijn colleges behandelt hij dan ook met enige regelmaat internationale case studies of voorbeelden (al dan niet zelf ervaren of bijgewoond) waarbij hij het gesprek voert hoe deze inzichten de studentopgaven kunnen voeden of de Nederlandse praktijk kunnen helpen. Daarnaast durft Stefano de moeilijke vragen te stellen, zowel intern als extern. Dat doet hij op een positief kritische wijze (zie ook vraag 6).

6. Wat maakt de docent een vernieuwer in denken en doen? Brengt de docent bijvoorbeeld nog niet eerder uitgevoerde ideeën naar voren, zorgt voor vernieuwing van denkpatronen over afval, voeding, schoolgebouw, lesprogramma enz.

Dit heeft voor Stefano vooral te maken met 1) het verbinden van onderwijs, onderzoek en praktijkvraagstukken én 2) het stimuleren van ‘kritisch en transdisciplinair denken’. Beide punten zorgen ervoor dat Stefano een groot probleemoplossend vermogen; hij ziet altijd kansen en mogelijkheden. Om duurzaamheidstransities het hoofd te bieden gelooft Stefano in de combinatie van kennisontwikkeling, kennisdeling en kennistoepassing (zie ook vraag 2). De duurzaamheidstransitie vragen volgens hem namelijk om gefundeerde actie, die mogelijk gemaakt wordt door eerdergenoemde combinatie. Stefano herijkt op die manier de rol van en relatie tussen onderwijs (en studenten), onderzoek (en onderzoekers) en de praktijk (stakeholders uit de praktijk, zoals gemeenten of private partijen). Op die manier brengt Stefano zelf nieuwe denkpatronen aan én spoort hij anderen aan op zoek te gaan naar nieuwe denkpatronen en nog niet aangeboden oplossingen om de duurzaamheidstransities aan te pakken, zowel vakinhoudelijk als procesgericht. Kritisch en transdisciplinair denken is volgens hem één van de meest cruciale en belangrijke competenties van piraten. Niet in argwanende of bangmakende zin, maar in positief kritische zin. Hij stelt namelijk dat mensen alleen goed op iets kunnen inspelen als zij hetgeen waar zij op willen inspelen goed hebben doorgrond. En, daarvoor moet je een vraagstuk kritisch en transdisciplinair bekijken. Hij stimuleert ‘kritsch en transdisciplinair denken’ door zelf en anderen aan te sporen ‘moeilijke’ vragen te stellen alsook duurzaamheidsvraagstukken van meerdere kanten te bezien en te doorgronden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om zowel de voor- en tegenargumenten van oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken te onderzoeken alsook transdisciplinaire perspectieven jegens duurzaamheidsvraagstukken uit te pluizen. Stefano geeft beide zaken vorm in bijv. keuzeopdrachten vanuit het lectoraat, het afstudeeratelier in de Urban Living Labs van het lectoraat.

7. Een duurzame docent heeft een brede/integrale opvatting van duurzaamheid. Hoe brengt de docent meerdere facetten van duurzaamheid bij elkaar binnen (vakoverstijgende) projecten en lessen?

Een concreet voorbeeld dat aantoont hoe Stefano duurzaamheid in al haar facetten behandelt en ambieert in het onderwijs is de SDG-opgave voor de Built Environment consortia in het nieuwe leerjaar 2; blok 2.3 en 2.4. De consortia groepen bestaan uit Bouwkunde, Civiele Techniek en Ruimtelijke Ontwikkeling studenten. In de SDG-opgave gaan studenten gedurende ruim 4 weken verdeeld over 2 onderwijsblokken aan de slag met alle SDGs. Stefano laat daarin de studenten onderzoeken hoe zij de SDGs kunnen vertalen en toepassen naar de Built Environment sector. Studenten kozen een aantal van de SDGs en werkte deze verder uit om tot een plan van aanpak te komen voor hun verdere opgaven in de onderwijsblokken en hoe men deze doelen kan inzetten en toepassen binnen de bouwsector. Hij stimuleert daarin ook het denken in nieuwe patronen en authentieke oplossingen, omdat hij actief behandelt hoe de huidige praktijk de SDGs poogt toe te passen én tegelijkertijd nog geen concreet antwoord daarvoor hebben. Hij gebruikt daarvoor inzichten van bijv. Stratego Advies (adviesbureau dat de SDGs probeert te vertalen naar de bouwsector) of aflevering 51 van de CoBouw Podcast genaamd ‘SDG-wat? De bouw is een fijne plek met een donker randje’.

8. Hoe werkt de docent samen met de (school) omgeving en externe partijen? Denk aan het samenwerken met gemeenten, Natuur en Milieu Educatiecentra, waterschappen, lokale bedrijven, NGO’s en buurtbewoners.

Stefano hanteert qua werken met externen ook de principes dat ‘iedereen in hetzelfde schuitje zit’. Hij focust daardoor vooral op wederzijds leren. Verder geeft hij de samenwerking met externen en de (school) omgeving op zeer diverse wijzen vorm alsook legt hij contact en verbinding met de lokale omgeving (bijv. Heerlen) alsook de internationale gemeenschap (zowel in onderwijs als onderzoek). Bijv. Duurzaamheidsdag bij Zuyd intern (2022), HU Tech in de Spotlight evenement in Utrecht (20-06-2023), de Open Living Lab Days conferentie in Turijn (2022) of Barcelona (2023), de bevrijdingsmaaltijd in Heerlen GMS (bevrijdingsdag 2023) en/of verschillende conferentie op Brightlands van ELSA.