Banner DDV24 2 2

  • Onderwijstype: MBO
  • School: Koning Willem I College
  • Jaar van aanmelding: 2024

1. Typeer de docent in de duurzame impact die hij/zij/hen maakt.

Hilde is een zeer betrokken docent. Betrokken bij haar omgeving, de doelgroep en het team van collega’s. Gepassioneerd over het onderwijs én het ambacht (bouwkunde). Door haar enthousiasme en open houding heeft ze bovendien veel draagvlak bij collega’s, het werkveld en natuurlijk onze student. Hilde is communicatief sterk, vakkundig op zowel onderwijs als het ambacht van bouwkunde maar het is vooral haar eigen interesse en wens om écht verschil te maken dat maakt dat haar initiatieven worden gevolgd. Duurzaamheid is voor haar niet een thema dat beperkt is tot een vak of het werk. Ook privé is het huis aangepast en worden keuzes bewust afgewogen. Die afwegingen en kennis neemt ze mee in haar lessen. Daarmee is zij in gedrag een voorbeeld dat gevolgd wordt. Binnen de bouw is duurzaamheid vaak een financieel thema. Hilde benadrukt vooral de voorwaardelijkheid er van. Er is geen keus, De urgentie is groot. Met de gedachte dat we opleiden voor de toekomst, is onze student enkel kansrijk als hij/zij duurzaam leert bouwen. Daarbij omhelst Hilde vooral de kracht van onze doelgroep. Het is haar overtuiging dat juist onze generatie Z de creativiteit heeft om anders te denken. Hilde onderwijst niet alleen nieuwe toepassingen op het gebied van duurzaamheid maar probeert vooral de creativiteit van onze student te borgen om nieuwe toepassingen te bedenken. Hilde borgt én stimuleert daarmee het team, de student en het werkveld anders te denken vanuit de voorwaardelijkheid dat het duurzamer moet.

2. Hoe betrekt de docent leerlingen/studenten in het samenstellen van duurzaamonderwijs?

In de bouw is duurzaamheid vaak een financieel thema. Hilde benadrukt vooral de voorwaardelijkheid er van. Er is geen keus, De urgentie ervan staat voor haar niet ter discussie. Met de gedachte dat we opleiden voor de toekomst is het misschien wel het belangrijkste thema en Hilde benadrukt dat in elk van de projecten waar studenten aan werken. Materialen worden bewust gekozen. De discussie over wat is duurzaam wordt steeds gevoerd. Daarbij biedt ze ruimte voor verschil van inzicht. Het gaat niet alleen om het gebruik van duurzame materialen. Studenten worden uitgedaagd om zelf te komen met ideeën. Zijn er andere bouwmethoden mogelijk? Het is haar overtuiging dat ze onze student een bepaalde mindset op dit thema moet meegeven om ze als medewerker duurzaam inzetbaar te maken. Hilde betrekt collega’s door het podium te pakken op verschillende momenten. Denk aan studiedagen met de afdeling (+/- 100 collega’s) of het CVI-congress. Een ander voorbeeld is de Sustainabul die het KWIC mede door de inzet van Hilde won in 2022. Op diezelfde manier zoekt ze ook het contact met bedrijven door samen met haar student het podium te pakken bij bijv. een Cradle to Cradle café (Cradle to Cradle Café: gezonde materialen, gezond onderwijs? – Cradle to Cradle Cafe)

3. Hoe biedt de docent handelingsperspectief aan leerlingen/studenten?

Het past bij onze doelgroep onze afdeling én Hilde om heel concreet te zijn. Wat betekent het gebruik óf niet gebruiken van materialen op korte en lange termijn? Welke opties zijn er en waarom zou je het toepassen? Hoe werken ze in andere landen? Op welke manier stimuleer je het creatief proces zodat we tot nieuwe oplossingen kunnen komen voor oude problemen; denk aan woningbouw. Het gaat verder dan alleen bouwkunde. Hilde geeft samen met het team en de afdeling een bepaald gedachtegoed mee aan de onze nieuwe medewerker. Onze student als middel om de wereld duurzaam duurzamer te maken.

4. Hoe krijgt de docent anderen binnen de school mee in duurzame ontwikkeling?

Door vaak het podium te zoeken. Door voorbeelden te laten zien op studiedagen. Door innovaties te tonen en concrete toepassingen uit de directe omgeving van bedrijven mee te nemen in de projecten / het lesmateriaal. Samengevat door de kracht van herhaling en veelal duurzaamheid te koppelen aan creativiteit en innovatie. Vooral door het thema daarmee niet te benaderen vanuit kostenperspectief; hoe krijgen we het kostendekkend? Is minder relevant. Duurzaamheid als thema is geen keuze. Door studenten en docenten mee te nemen in de noodzaak er van en het te zien als een voorwaardelijkheid. Er ontstaat daardoor juist ruimte voor innovatie en nieuwe ideeën.

5. Op welke manier is de docent een inspiratie voor (beginnend) docenten, leerlingen, studenten, collega’s en de omgeving buiten de school?

Hilde heeft recent ook haar huis verduurzaamd. Het is een thema dat haar ook privé bezig houdt en meeneemt in nieuwe keuzes. Goed voorbeeld doet volgen. Docenten en collega s neemt ze mee tijdens studiedagen, themadagen (zoals het Cradle to Cradle café) of het CVI-congress. Daarbij zijn ook bedrijven aangesloten uit de regio. Op bijv. het Cradle to Cradle café bereikte we >100 bedrijven met de pitch van Hilde en onze student. Daar waar mogelijk neemt Hilde altijd studenten mee op het podium. Nieuwe collega’s worden meegenomen in de projecten die lopen en de keuzes die zijn gemaakt. De SDG’s en activiteiten zoals eerder omschreven zijn opgenomen in het teamplan waardoor bewust de focus wordt gelegd op het thema. De inzet van Hilde is daarbij groot.

6. Wat maakt de docent een vernieuwer in denken en doen? Brengt de docent bijvoorbeeld nog niet eerder uitgevoerde ideeën naar voren, zorgt voor vernieuwing van denkpatronen over afval, voeding, schoolgebouw, lesprogramma enz.

Mede door de inzet van Hilde won het KWIC in 2022 de prijs voor meest duurzame MBO (de sustainebul). Net voor corona is een nieuw schoolgebouw opgeleverd. Het team/ de afdeling waaronder Hilde heeft destijds ook mee mogen denken over vorm en inhoud er van. Bij elke keuze stond opnieuw duurzaamheid centraal. Het is niet terug te herleiden tot de inzet van één docent maar Hilde heeft ongetwijfeld samen met het team invloed gehad op de focus die destijds is gelegd bij de nieuwbouw. Het zijn niet zo zeer nieuwe ideeën van Hilde maar veel meer dat ze de studenten faciliteert bij het creatief proces waardoor nieuwe ideeën kunnen ontstaan en zo nieuwe oplossingen kunnen komen voor bestaande oude problemen. Voorbeeld; alleen al de cementproductie heeft wereldwijd een aandeel van 8% in de CO2 emissie. Dat aandeel van onze sector maakt verantwoordelijk maar biedt vooral ook kansen en perspectief. In de lessen van Hilde onderzoekt de student ook andere mogelijkheden voor de (ver)bouw.

7. Een duurzame docent heeft een brede/integrale opvatting van duurzaamheid. Hoe brengt de docent meerdere facetten van duurzaamheid bij elkaar binnen (vakoverstijgende) projecten en lessen?

Duurzaamheid wordt steeds benadrukt als uitgangspunt bij elke keuze. Daarmee óók wanneer je gaat bouwen (bij de opleiding bouwkunde uiteraard het geval). Binnen projecten is duurzaamheid als thema altijd aanwezig. Alle studenten van Hilde draaien mee in het HTA. Het HTA (Het Talent Atelier) is de plek binnen het Koning Willem I College waar we het creatief denken faciliteren en stimuleren. Hilde heeft zelf de scholing bij de Crea (internationaal congress) ooit gevolgd en kent het ICE model en de achtergronden. Studenten krijgen een échte opdracht uit de directe leefomgeving (vaak bijv. de gemeente Den Bosch) en gaan interdisciplinair aan de slag. Een uitkomst daarvan zijn bijv. de faunatorens in Den Bosch. Onze student bouwkunde denkt bijv. samen met studenten marketing of horeca na over hoe meer vogels in de binnenstad te krijgen. Soms volgt uit zo’n denkproces (via het ICE model) een nieuwe haalbare uitwerking. Altijd is ook hier duurzaamheid als thema voorwaardelijk bij de pitch.

8. Hoe werkt de docent samen met de (school) omgeving en externe partijen? Denk aan het samenwerken met gemeenten, Natuur en Milieu Educatiecentra, waterschappen, lokale bedrijven, NGO’s en buurtbewoners.

Externe partijen zijn vooral de relaties uit de BPV (stage van studenten). Hilde kent het werkveld en weet de verschillen op het thema duurzaamheid goed te benoemen. Dat helpt bij de projecten, bij het organiseren van evt. gastlessen maar soms ook omgekeerd als we bedrijven (soms via studenten of projecten) willen meenemen in de overtuiging dat duurzaamheid een voorwaardelijkheid is voor de toekomst en geen keuze.