1. Typeer de docent in de duurzame impact die hij/zij/hen maakt.
Zij zet zich in om producten te hergebruiken. Bijvoorbeeld blikjes/flesjes verzamelen om geld op te halen voor het dierenverblijf. Daarnaast verzameld ze dopjes voor geleidehonden om hiermee geld op te halen voor St. D-Dog. Bewaard ze dozen, eierdoppen, wc rolletjes om verrijkingen te maken in de verblijven van onze dieren. In haar vrije tijd maakt ze van oude stoffen hangmatten waar onze ratten en andere knaagdieren om in kunnen slapen. Ze maakt ook houten attributen voorin de vogel verblijven of konijnen verblijven. Alles van duurzaam materiaal.
2. Hoe betrekt de docent leerlingen/studenten in het samenstellen van duurzaamonderwijs?
Recyclen van materialen om verrijkingen te maken in het dierenverblijf en het inzamelen van doppen.
3. Hoe biedt de docent handelingsperspectief aan leerlingen/studenten?
Zij stuurt bijvoorbeeld appjes naar collega's met voorbeelden. Studenten en collega’s kunnen doppen en statiegeld items inleveren voor recycling. Op meerdere plekken in het schoolgebouw kunnen doppen ingeleverd worden.
4. Hoe krijgt de docent anderen binnen de school mee in duurzame ontwikkeling?
Ze motiveert collega's en studenten om zelf ook alles thuis te verzamelen omdat we dit dan kunnen gebruiken voor de lessen op school. Emmers voor de doppen en nieuwsberichten voor materialen. Tevens wordt er op de Instagram van de school af en toe een donatie gedeeld.
5. Op welke manier is de docent een inspiratie voor (beginnend) docenten, leerlingen, studenten, collega’s en de omgeving buiten de school?
Voor ons dierenverblijf waar ze alles voor organiseert. Tevens heeft ze een instagramaccount waar mensen ook deze spullen kunnen kopen die ze maakt. Er wordt samengewerkt met andere goede dierendoelen (asiels, opvangen) om ook hierbij te zorgen voor inkomsten.
6. Wat maakt de docent een vernieuwer in denken en doen? Brengt de docent bijvoorbeeld nog niet eerder uitgevoerde ideeën naar voren, zorgt voor vernieuwing van denkpatronen over afval, voeding, schoolgebouw, lesprogramma enz.
Voor het lesprogramma. Als ze de lessen niet zelf geeft doet de volgende docent het op dezelfde manier. Andere docenten worden gestimuleerd om materiaal mee te brengen, dopjes in te zamelen en het te gebruiken in het dierverblijf voor de dieren. Studenten krijgen tijdens de les zaden van kruiden om deze te verzorgen en vervolgens te voeren aan de dieren.
7. Een duurzame docent heeft een brede/integrale opvatting van duurzaamheid. Hoe brengt de docent meerdere facetten van duurzaamheid bij elkaar binnen (vakoverstijgende) projecten en lessen?
Tijdens de praktijklessen voor in het dierenverblijf. Studenten krijgen bij de lessen huisvesting informatie over her te gebruiken materialen en hoe een verrijking te maken en in te zetten bij een dier.
8. Hoe werkt de docent samen met de (school) omgeving en externe partijen? Denk aan het samenwerken met gemeenten, Natuur en Milieu Educatiecentra, waterschappen, lokale bedrijven, NGO’s en buurtbewoners.
Met asiels, stichting D-Dog, de dierenambulance etc. Er wordt van fleecedekens en dekbedovertrekken slaapzakjes gemaakt voor bijvoorbeeld egels, ratten en muizen. De oude dekens en dekbedovertrekken worden door leerlingen ingezameld.