Banner DDV24 2 2

  • Onderwijstype: Voortgezet onderwijs
  • School: Maerlant-Lyceum
  • Jaar van aanmelding: 2024

1. Typeer de docent in de duurzame impact die hij/zij/hen maakt.

In de klas zet hij zich in voor samenwerking tussen onze leerlingen met leerlingen uit India. Hij coördineert het EU meets India (EUMIND) project op school waarbij leerlingen onderzoek doen en gegevens met elkaar uitwisselen via videoconferenties. De projecten hebben als terugkerend thema Go-Green. Het feit dat ze met leeftijdsgenoten uit een heel ander land kunnen praten, zorgt ervoor dat ze meer inzicht krijgen in sociale verhoudingen. In onderlinge gesprekjes komen ze erachter dat hun levens eigenlijk veel overeenkomsten hebben. In de 2de klas laat Paul leerlingen in het project From Upstart to Start-up een maatschappelijk probleem binnen de SDG's onderzoeken en een product ontwikkelen dat vernieuwend is. In de school is hij één van de begeleidende docenten van het Eco-Team. Als begeleider onderscheidt hij zich door leerlingen enorm te motiveren acties op te zetten. Daarbij schetst hij steeds het grotere kader: waarom doen we dit, welke impact maken we, waarom is dit nodig? Zodoende is het niet alleen de actie waar de leerlingen mee bezig zijn, maar zien zij ook het grotere perspectief. Hij weet ze vooral te motiveren door een combinatie van theorie en het persoonlijke: wat zegt de wetenschap over deze situatie, en wat zijn de gevolgen die het voor jou als leerling kan hebben. Daarbij legt hij de nadruk op de hoop: het is geen angstaanjagend verhaal dat hij houdt, maar hij laat juist het hoopvolle zien van het zelf overgaan tot actie. Hij legt sterk de nadruk op het verbindende aspect van het bedenken, opzetten en uitvoeren van acties. De leerlingen moeten gezamenlijk komen tot een plan, en daar allemaal verantwoordelijkheid voor dragen. Hij doordringt hen van het belang van ieders rol. En hij legt ze uit dat het belangrijk is om te leren, hoe je anderen meekrijgt in je verhaal. In internationaal opzicht spant Paul zich in voor duurzame projecten binnen het Erasmus-plus-programma van de EU.

2. Hoe betrekt de docent leerlingen/studenten in het samenstellen van duurzaamonderwijs?

Paul laat leerlingen in het buitenland ervaring opdoen door verschillende uitwisselingen te organiseren. De leerlingen brengen hun ervaringen weer de school in. Paul enthousiasmeert de leerlingen om deel te nemen aan deze projecten. Sinds zijn komst is er in het Eco-Team meer aandacht voor het vergroten van de leiderschapskwaliteiten van de leden van het Team. Zij zijn degenen die, nu op school en hopelijk ook later in hun volwassen leven, anderen moeten kunnen inspireren, motiveren en activeren. Daarnaast vergroot hij door het opzetten van en reflecteren op deze acties de organisatorische, communicatieve en reflectieve vaardigheden van de leerlingen. Binnen het Eco-Team hebben we samen met leerlingen een manier ontwikkeld om activiteiten te ontplooien in de school, waarbij zij het voortouw nemen, verantwoordelijkheid dragen en delen, en hun rol daarna volgens een systeem evalueren, waardoor zij zelf verbeterpunten ontdekken en implementeren. Alle projecten die Paul ontwikkelt en uitwerkt, zijn erop gericht de leerlingen aan het denken te zetten en concrete stappen te laten maken richting een duurzamere wereld. Via het Go-Green project van EUMIND laat Paul leerlingen bijvoorbeeld onderzoek doen naar duurzaamheid binnen en buiten de school. Daarbij brengen ze het energieverbruik van de school in kaart, onderzoeken ze hun eigen eet- en weggooigedrag en interviewen ze leidinggevenden in duurzame bedrijven.

3. Hoe biedt de docent handelingsperspectief aan leerlingen/studenten?

Paul legt in zijn opzet en uitleg van de activiteiten die we ondernemen de nadruk op hoopvolle didactiek. Hij doet dat door de acties in een groter kader te plaatsen en de leerlingen niet alleen met de actie bezig te laten zijn, maar hen ook bewust vaardigheden aan te leren die ze ook bij andere bezigheden en acties kunnen gebruiken. Zie bijvoorbeeld de aandacht voor leiderschapskwaliteiten, die ook bij vraag 1 is genoemd. Daarbij geeft hij de leerlingen veel ruimte om acties te bedenken. Alle ideeën zijn welkom; het wordt ook uitgevoerd als daar binnen het Eco-Team draagvlak voor is. Ook in de les worden leerlingen bij Paul aangemoedigd om hun eigen ideeën uit te werken in de vorm van projecten of werkstukken. Fouten maken mag; Paul is er altijd om de leerlingen op te vangen. Door de nieuwe evaluatie-cyclus van acties die door het Eco-Team worden opgezet, laat hij de leerlingen zelf bekijken wat er goed ging en wat er beter kan, om daar vervolgens mee aan de slag te gaan. Tenslotte biedt hij de kans om buiten de school op zoek te gaan naar kennis over duurzaamheid in de projecten en uitwisselingen die hij organiseert.

4. Hoe krijgt de docent anderen binnen de school mee in duurzame ontwikkeling?

Paul organiseerde samen met de andere leden van de Duurzaamheidscommissie een studiedag voor het gehele personeel over duurzaam onderwijs. Deze studiedag stond in het teken van de didactiek van de hoop en toekomstdenken. Alle collega's werden gestimuleerd na te denken over onderwijs voor duurzaamheid en hoe dit te implementeren in hun lessen. De dag begon met een lezing over klimaatwetenschap, om te zorgen voor een gezamenlijk referentiekader en een gedeeld vocabulaire. Daarna konden de docenten kiezen voor workshops over Duurzaam onderwijs, Systeemdenken, Toekomstdenken en Buitenonderwijs. Hij weet zijn collega's te inspireren meer met duurzaamheid te doen. Het samenwerkingsproject met scholen in India heeft Paul uitgerold in de hele derde leerlaag. Docenten van al die klassen zijn inmiddels betrokken bij de projecten en voeren ze ook uit. Met het Erasmus Green Schools for Green Europe project heeft Paul een innovatieve en motiverende manier gevonden om zijn collega's ook aan te zetten om meer met duurzaamheid in hun lessen te doen. Door samen te werken en instructie te krijgen met gelijkgestemde collega's in andere Europese landen, ontwikkelen onze collega's het zelfvertrouwen en de vaardigheden om hun eigen lespraktijk te verduurzamen. Dit gaat vermoedelijk veel sneller dan wanneer dat alleen op school zou gebeuren. Paul neemt anderen mee, maar is daarin niet opdringerig. Hij werkt vanuit een positieve en geïnformeerde boodschap. Paul maakt er een punt van regelmatig met de schoolleiding te overleggen en die telkens te betrekken bij al zijn projecten. Hij beïnvloedt de school vanuit verschillende perspectieven; als lid van twee secties, van de Duurzaamheidscommissie, de Wereldburgerschapscommissie en het Zorgteam maar ook als lid van de PMR. Op die manier is hij actief bezig met het aanjagen en controleren zodat de school ook haar voornemens op het gebied van duurzaamheid naleeft.

5. Op welke manier is de docent een inspiratie voor (beginnend) docenten, leerlingen, studenten, collega’s en de omgeving buiten de school?

Hij draagt de duurzame gedachte uit in zijn begeleidende rol binnen het Eco-Team. Wanneer wij als collega’s in het Eco-Team horen hoe Paul de onderwerpen waarmee we aan de slag gaan in een breder kader plaatst voor de leerlingen, kunnen wij daar wel jaloers op zijn. Juist door de aandacht niet alleen op de actie zelf te richten, maar verder te kijken naar het waarom, geeft hij de acties meer gewicht en motiveert hij leerlingen om mee te doen. En zo inspireert hij zijn medebegeleiders van het Eco-Team dus ook. Voor de leerlingen geeft extra motivatie dat Paul het opzetten, uitvoeren en evalueren van de acties koppelt aan het ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van communicatie, organisatie, leiderschap en reflectie. Daardoor vergroten zij hun vaardigheden en kunnen die vanzelfsprekend toepassen in hun loopbaan en leven. Ten slotte draagt Paul ook in zijn privéleven een steentje bij aan duurzaamheid. Zo brengt hij het idee van minder spullen bezitten en meer delen in de praktijk, door zijn busje te delen via een online platform met mensen die dat nodig hebben. Zijn gereedschap maakt hij beschikbaar in de buurt via het deelplatform Peerby. Paul draagt zelden nieuwe kleding, behalve zijn onderbroeken, die van bamboe zijn gemaakt.

6. Wat maakt de docent een vernieuwer in denken en doen? Brengt de docent bijvoorbeeld nog niet eerder uitgevoerde ideeën naar voren, zorgt voor vernieuwing van denkpatronen over afval, voeding, schoolgebouw, lesprogramma enz.

Paul vernieuwt het Eco-Team door er meer verdieping in aan te brengen, zoals hierboven al genoemd is. Hij kan de leerlingen echt het gevoel geven dat hun handelen bijdraagt aan een betere wereld én dat ze zichzelf kunnen ontwikkelen door deel te nemen aan het Eco-Team. Dat doet hij vooral door theorie en praktijk te koppelen. Hij heeft altijd een inhoudelijk verhaal bij de acties die worden opgezet, waarmee hij extra inhoud geeft aan de actie. Bovendien lukt het hem dat te koppelen aan het persoonlijke: wat betekent het voor jou dat we hiermee bezig zijn? Hij informeert collega’s over duurzaamheid in het onderwijs en betrekt iedereen daarbij; zie zijn bijdrage aan de studiedag over duurzaam onderwijs. Door zijn betrokkenheid bij vele commissies en werkgroepen in de school, verankert hij het thema duurzaamheid in alle facetten van de school.

7. Een duurzame docent heeft een brede/integrale opvatting van duurzaamheid. Hoe brengt de docent meerdere facetten van duurzaamheid bij elkaar binnen (vakoverstijgende) projecten en lessen?

Duurzaamheid komt in alle projecten waar Paul mee bezig is terug. In het EUMIND-project, bij de activiteiten van het Eco-Team natuurlijk en bij wereldburgerschap. Daarbij gaat hij niet alleen in op ecologische duurzaamheid, maar ook sociale duurzaamheid speelt bij deze projecten een belangrijke rol. Door mentoren actief te betrekken bij de nominaties van leerlingen voor uitwisselingen, zorgt hij ervoor dat ook kinderen met sociale- en leerachterstanden naar voren worden geschoven om deel te nemen aan die reizen. Ook binnen het Eco-team dringt hij aan op een brede interpretatie van duurzaamheid door bijvoorbeeld leerling-initiatieven als het ophalen voor de voedselbank te ondersteunen. Binnen het vak Engels snijdt Paul veel maatschappelijke thema's aan, zoals Black Lives Matter, kansenongelijkheid, pestgedrag, straf en rechtvaardigheid in het onderwijs over literatuur. Bij geschiedenis in de tweede klas kijkt Paul met de leerlingen naar de Industriële Revolutie en de impact daarvan op het gebied van duurzaamheid. Daarbij is de blik breed, van milieu tot leefomstandigheden van de arbeiders. Paul geeft er les over, maar laat de leerlingen er vooral zelf onderzoek naar doen, wat uiteindelijk in een werkstuk resulteert.

8. Hoe werkt de docent samen met de (school) omgeving en externe partijen? Denk aan het samenwerken met gemeenten, Natuur en Milieu Educatiecentra, waterschappen, lokale bedrijven, NGO’s en buurtbewoners.

Paul werkt met veel externe partijen samen. In het klein, door een moeder van een van onze leerlingen in te schakelen als tuinier voor onze Eco-Tuin. Iets groter door voor het Eco-Team ook te overleggen met de gemeente Den Haag over zaken als een peukenzuil, plastic-inzamelpunt en zonnepanelen, of met de voedselbank in het kader van een inzamelingsactie. En tenslotte internationaal door de Erasmus-projecten waar hij bij betrokken is. Hij is coördinator van het Green Schools for Green Europe KA2 project, waarbij vier scholen, twee NGO's en een universiteit samenwerken om duurzaamheid in het onderwijs te verankeren. Dit project, met een budget van 400.000 euro en dat 3 jaar beslaat, heeft Paul samen met collega's in Turkije en Italië geschreven. Als coördinator stuurt hij de partners aan om de 13 transnationale activiteiten te laten slagen. Aan het einde van de rit zullen vele docenten, schoolleiders, universitair docenten en ngo-werkers alsook maar liefst 100 leerlingen op verschillende momenten hebben samengewerkt om tot duurzamer onderwijs in Europa te komen.