1. Typeer de docent in de duurzame impact die hij/zij/hen maakt.
Felix Spee, docent biologie op het Berlage Lyceum in Amsterdam, is drie jaar geleden begonnen met het uitwerken van een groot plan: het opzetten van het vak Sustainability. De opzet van het nieuwe vak sprak de schoolleiding aan, er werd ruimte gemaakt in het rooster, en hij mocht in schooljaar 22-23 een pilot draaien met twee klassen 3 vwo (58 leerlingen, in het Engels). Felix was daarmee de eerste VO-docent van Nederland die Duurzaamheid als vak doceerde. De 22-23 pilot was een succes. Dit schooljaar (23-24) krijgen vier klassen 3 vwo (110 leerlingen) van het Berlage het vak Sustainability. De experimentele fase is nu wel wat voorbij; het vak staat; de leerlingen zijn enthousiast en leveren goede en zinvolle bijdragen. Felix draagt zijn ideeën en ervaringen uit in workshops, op conferenties en in webinars. Er is regelmatig lesbezoek van geïnteresseerde collega’s van andere scholen, die ideeën oppikken en ruimte maken op hun school om ook iets dergelijks op te zetten. Zijn wens is dat Duurzaamheid een verplicht vak wordt op alle VO-scholen in Nederland. Hij hoopt op een sneeuwbaleffect.
2. Hoe betrekt de docent leerlingen/studenten in het samenstellen van duurzaamonderwijs?
De vraag die Felix zich in eerste instantie gesteld heeft bij het opzetten van het vak Sustainability, is: Hoe kan dit vak een positieve en constructieve bijdrage leveren aan de houding van leerlingen ten opzichte van hun toekomst in deze onzekere tijd van transitie? Elke enquete weer blijkt dat veel leerlingen van middelbare scholen (wereldwijd) bang zijn voor de toekomst die ze te wachten staat, en ook dat ze het nut nauwelijks zien van actieve verandering. Het vak Sustainability werkt met een achttal bedrijven en organisaties die een concreet, oplosbaar probleem hebben op het gebied van duurzaamheid. Dit probleem wordt aan het begin van het schooljaar voorgelegd aan de leerlingen: kunnen jullie hier eens naar kijken, en nadenken over een oplossing? Sustainability is dus een vak met een positieve insteek. Leerlingen werken met oplosbare, concrete duurzaamheidsproblemen. Bovendien mogen leerlingen (in groepjes van 3-5) zelf kiezen aan welk probleem ze willen werken. Hun keuze geeft meteen verantwoordelijkheid, en dat maakt dat leerlingen aan het einde van het jaar hun oplossingen met een zekere trots presenteren. Een afvaardiging van elk bedrijf en organisatie is bij deze presentaties aanwezig (waar mogelijk) om te jureren.
3. Hoe biedt de docent handelingsperspectief aan leerlingen/studenten?
Sustainability is een vak met een positieve insteek. Leerlingen werken aan oplosbare, concrete duurzaamheidsproblemen van bedrijven en organisaties uit de buurt (in en rond Amsterdam). De leerlingen mogen (in groepjes van 3-5) zelf kiezen aan welk probleem ze willen werken. Die keuze geeft ze een verantwoordelijkheid: het wordt HUN opdracht. Ze werken dus oplossingsgericht, en ze kunnen aan het einde van het jaar aan hun cliënten laten zien wat ze hebben bedacht. Om tot goede resultaten te komen, moeten ze vaardigheden inzetten (en leren) die steeds belangrijker worden: creatief denken, samenwerken, correct en efficiënt communiceren, zelfstandig een bepaalde visie ontwikkelen.
4. Hoe krijgt de docent anderen binnen de school mee in duurzame ontwikkeling?
Inmiddels is het vak zo succesvol, dat de schoolleiding de wens heeft uitgesproken om in schooljaar 24-25 uit te breiden naar havo. Dat betekent dat het vak een heuse sectie krijgt, met een sectievoorzitter en drie andere docenten die het vak ook geven en maandelijks bijeen komen voor overleg. Eind maart gaat Spee hiervoor werven onder collega’s. Dit schooljaar geeft hij het vak al niet meer alleen, maar samen met een jonge en zeer enthousiaste aardrijkskundecollega. Daarnaast is Felix verantwoordelijk voor het profielkeuzeproject ‘Sustainable Cosmetics’, waarin vanuit Sustainability vakoverstijgend door leerlingen (in groepjes) wordt gewerkt aan een duurzame cosmeticalijn, inclusief reclamecampagne (bij Art&Design), businessplan (bij economie), jingle (bij muziek), enkele eindproducten (bij scheikunde), met verantwoorde en duurzame ingrediënten (bij aardrijkskunde en biologie).
5. Op welke manier is de docent een inspiratie voor (beginnend) docenten, leerlingen, studenten, collega’s en de omgeving buiten de school?
Felix hoopt een inspiratiebron te zijn voor andere docenten, andere scholen, en voor zijn eigen leerlingen. Niet alleen door Duurzaamheid als vak te geven, maar vooral ook door te laten zien dat het een leuk vak is, een vak dat een docent graag wil geven en een leerling graag wil krijgen. De laatste tussentijdse surveys (van januari ’24) laten zien dat hij in die opzet in ieder geval bij leerlingen slaagt. Felix geeft ook workshops bij organisaties als Beta-partners en het Esprit Duurzaamheid Docentennetwerk.
6. Wat maakt de docent een vernieuwer in denken en doen? Brengt de docent bijvoorbeeld nog niet eerder uitgevoerde ideeën naar voren, zorgt voor vernieuwing van denkpatronen over afval, voeding, schoolgebouw, lesprogramma enz.
Felix is de eerste docent van Nederland in het voortgezet onderwijs die Duurzaamheid als vak doceert, en het Berlage Lyceum in Amsterdam de eerste VO school van Nederland waar Duurzaamheid als vak onderwezen wordt. Meer scholen volgen, en dat is verheugend nieuws. Komend schooljaar start het Coornhert Lyceum in Haarlem met het vak Duurzaamheid. Het Bonhoeffer in Castricum is ook bezig in die richting.
7. Een duurzame docent heeft een brede/integrale opvatting van duurzaamheid. Hoe brengt de docent meerdere facetten van duurzaamheid bij elkaar binnen (vakoverstijgende) projecten en lessen?
Felix is onder meer verantwoordelijk voor het profielkeuzeproject ‘Sustainable Cosmetics’, waarin vanuit Sustainability vakoverstijgend door leerlingen (in groepjes) wordt gewerkt aan een duurzame cosmeticalijn (zie vraag 4). In een van de sustainability-klassen draait Felix bovendien een internationaal duurzaamheidsproject, GoGreen, waarbij de Amsterdamse leerlingen tegelijk met leerlingen van een school in Zuid-India werken aan inventarisaties van duurzaamheidsinitiatieven in en rondom hun scholen.
8. Hoe werkt de docent samen met de (school) omgeving en externe partijen? Denk aan het samenwerken met gemeenten, Natuur en Milieu Educatiecentra, waterschappen, lokale bedrijven, NGO’s en buurtbewoners.
Sustainability werkt voor dit schooljaar samen met een achttal externe partijen. Een van de partijen is Avantium, een chemisch concern dat biodegradable plastics produceert (met een lab bij Sloterdijk). Een ander voorbeeld is de auteur Georgina Stevens. Zij schrijft kinderboeken over duurzaamheid, o.a. het bekroonde en in twintig talen vertaalde ‘Climate Action’. Stevens heeft de supervisie over een van de duurzaamheidsopdrachten. Verder werken we samen met stichting ROEF, dat het dakoppervlak in Amsterdam probeert beter te benutten; met de Chrononauten, een bureau in Amsterdam-Noord dat toekomstscenario’s ontwikkelt; met Growy, een bedrijf dat aan (next level) vertical farming doet; met het Amsterdam UMC (locatie AMC); met GGD Amsterdam; en met Tata Steel, het bedrijf met de grootste kooldioxide-emissie van Nederland (waar dus echt verschil gemaakt kan worden). Aan het begin van het jaar spelen de leerlingen een computerspel dat gamedesigners samen met het ANMEC speciaal ontwikkeld hebben voor scholen, en op verzoek van Felix zelfs specifiek voor het Berlage Lyceum. In de game moeten leerlingen het stadsdeel waar ze wonen zodanig aanpassen dat het klimaatbestendig wordt voor de toekomst. De best aangepaste wint.