Banner DDV24 2 2

  • Onderwijstype: Basisonderwijs
  • School: Tine Marcusschool
  • Jaar van aanmelding: 2025

1. Hoe maakt de docent het onderwijs en daarmee de wereld duurzamer?

Elk schooljaar vraagt Johanna aan haar leerlingen: Wat is belangrijk voor de klas? Wat is belangrijk voor de wereld? En hoe kunnen we daar goed mee omgaan? Afval is altijd een onderwerp in deze gesprekken. Daarom gaat Johanna met de klas naar buiten om afval te rapen en te sorteren. Ze maken hiervan een poster, die in de school wordt opgehangen. Op de poster staat hoe lang afval nodig heeft om te vergaan. Ook bedenkt Johanna een prijsvraag voor alle leerlingen over dit onderwerp. De kinderen vinden het geweldig om buiten bezig te zijn en leren er veel van. Ze zien hoe schadelijk afval is en gooien het niet meer in de natuur. Vaak worden ze zelfs fanatiek in het opruimen! Omdat dit een belangrijk en actueel thema blijft, maakt Johanna er een hele lessenserie over. In 2022 bouwden Johanna en de conciërges moestuinbakken. Ze bestelden grond en vulden de bakken samen met de leerlingen. Via schooltuin Beijum (NDE) kregen ze zaadjes en plantjes. Dit resulteerde in vier grote moestuinbakken. De leerlingen – en ook collega’s – waren meteen enthousiast om groente te zaaien. Toen de planten begonnen te groeien, kwamen steeds meer leerlingen kijken, proeven en zich verwonderen over wat er in de bakken gebeurde. Er is zelfs een proeftuin op school waar groente mag doorschieten, zodat de kinderen kunnen ontdekken welke bloemen en zaadjes erbij horen. Johanna gaat samen met de leerlingen de groente wassen, snijden en koken. Ze maken heerlijke stamppotten en verschillende soorten soep. Sommige kinderen vinden werken in de aarde eerst vies, maar na een tijdje doen ze enthousiast mee. Vieze handen? Geen probleem, dat hoort erbij! Ook is er een composthoop gekomen. De kinderen leren hoe compost werkt en ontdekken welke insecten in en rond de tuin leven, zoals slakken, lieveheersbeestjes, regenwormen, spinnen en pissebedden. Zo leren de leerlingen op een speelse manier hoe ze goed met de natuur kunnen omgaan.

2. Hoe betrekt de docent leerlingen en studenten actief bij duurzaam onderwijs?

Johanna maakt duurzaamheid een vast onderdeel van haar lessen. In de klas ontstaan mooie initiatieven waarbij leerlingen zelf plannen bedenken en uitvoeren. Vaak begint dit dichtbij: in de klas, op het schoolplein en in de wijk. Johanna laat zien dat duurzaamheid niet iets groots of moeilijks hoeft te zijn. Ze maakt het praktisch, herkenbaar en haalbaar voor leerlingen. Naast de projecten over afval en de moestuin werkt ze met haar klas ook aan bewustwording over papierverbruik. Ze legt uit waar papier van gemaakt wordt en wat de invloed op de natuur is. Ook leren de leerlingen over het recyclen van papier. Zo ontdekken ze hoe hun keuzes impact hebben op de wereld. Duurzaam gedrag zit ook in kleine, dagelijkse dingen. Johanna laat dit zien door deuren dicht te doen, lampen en het digibord uit te zetten en afval te scheiden. Ze benoemt dit ook, zodat leerlingen zich er bewust van worden. Daarnaast moedigt ze leerlingen aan om thuis over duurzaamheid te praten. Ze hoopt dat ze het daar ook in de praktijk brengen. Zo leren de kinderen niet alleen op school, maar ook thuis bewuster om te gaan met de wereld om hen heen.

3. Hoe helpt de docent leerlingen en studenten om zelf duurzame keuzes te maken en actie te ondernemen (handelingsperspectief)?

In de klas van Johanna heeft elke dag een andere leerling de taak van klassenhulp. Een van de verantwoordelijkheden is het legen van het groenbakje in de klas. Hierin verzamelen de leerlingen afval dat op de composthoop kan. Zo leren ze wat wel en niet composteerbaar is. Ook het scheiden van papier en restafval is een belangrijk onderwerp in de klas. Johanna bespreekt regelmatig waarom dit belangrijk is en hoe leerlingen hier zelf een bijdrage aan kunnen leveren. Gezonde voeding komt ook vaak ter sprake. Door hierover te praten, leren de leerlingen zelf herkennen of ze gezond eten bij zich hebben. Elke dag kijkt Johanna samen met de klas naar het Jeugdjournaal. Hierin komen vaak onderwerpen over duurzaamheid aan bod. Johanna bespreekt deze met de leerlingen en geeft ruimte voor vragen en meningen. Ook moeilijke onderwerpen zoals oorlog, criminaliteit en racisme gaat ze niet uit de weg. Een mooi voorbeeld van hun betrokkenheid was een flessenactie. De leerlingen zamelden statiegeldflessen in en het opgehaalde geld werd gedoneerd aan Giro 555. Dit initiatief maakte de leerlingen enorm trots en liet hen zien dat ze samen echt iets kunnen betekenen.

4. Hoe inspireert de docent anderen binnen én buiten de school om actief mee te doen aan de verduurzaming van het onderwijs?

Johanna inspireert anderen door enthousiast te vertellen en te laten zien hoe blij de kinderen worden van bijvoorbeeld de moestuin. Hierdoor raakten veel collega’s ook overtuigd om mee te doen. Volgens Johanna waren de projecten succesvol door de goede samenwerking en actieve houding van de directie en conciërges. Duurzaamheid heeft draagvlak nodig, en het enthousiasme van de leerlingen werkt aanstekelijk! Johanna complimenteert de kinderen als ze zich actief inzetten of vertellen over duurzaamheid. Ze inspireert door met hen in gesprek te gaan, hen uit te dagen om meningen en feiten te delen en om met elkaar te discussiëren. Zo leren ze van elkaar en worden ze gestimuleerd om na te denken over duurzaamheid. Een concreet voorbeeld is de actie van haar klas voor een prullenbak bij het speeltuintje. De leerlingen schreven brieven en maakten tekeningen voor de burgemeester om te vragen om een prullenbak voor hondenpoep. Dit leidde tot een prachtig bord, ontworpen door een leerling, en een prullenbak die de school heeft geadopteerd. Om de actie voort te zetten, heeft groep 5 destijds de sleutel gekregen om de prullenbak wekelijks te legen. Nu, jaren later, gaat de sleutel nog steeds door van groep 8 naar groep 5. Zo blijft het speeltuintje hopelijk nog vele jaren poepvrij!

5. Met wie werkt de docent buiten de school samen?

- Buurtbewoners - Ouders van leerlingen - Burgerinitiatieven - Goede doelen - Gemeenten - Natuur en Duurzaamheids-Educatiecentra

Johanna en de conciërges werken nauw samen met NDE schooltuin Beijum. De leerlingen van groep 6 t/m 8 krijgen hier les over het kweken van groenten en andere natuuronderwerpen. Samen stellen ze elk jaar een zaai- en pootprogramma op voor de moestuinbakken. De medewerkers van de schooltuin zijn enthousiast en altijd bereid om te helpen. Daarnaast helpen ouders dagelijks in de schoolbibliotheek, zodat leerlingen boeken kunnen lenen en ruilen. Wanneer er een project is, zoeken deze ‘bieb-ouders’ mee naar geschikte boeken die aansluiten bij het thema. Door eerdere acties van Johanna en haar klas is er ook een korte lijn met de gemeente, waardoor zij bekend zijn bij de gemeente en makkelijker kunnen samenwerken. Verder werkt Johanna samen met Vrolijk Samen Doen (VSD), een initiatief voor naschoolse activiteiten waar leerlingen gratis aan kunnen meedoen. Vier tot vijf keer per week zijn er activiteiten, waardoor kinderen ook na school verder kunnen leren en ontdekken.

6. Vertel waarom je deze docent waardeert en hoe deze docent jou inspireert in het verduurzamen van het onderwijs.

Als Directeur bij Koninklijke Kentalis zet ik mij, samen met mijn collega’s, dagelijks in voor een duurzame wereld. Duurzaamheid gaat niet alleen over het milieu, maar ook over hoe we samenwerken, zorgen voor elkaar en verantwoordelijk omgaan met onze middelen. Bij Kentalis zetten we ons elke dag in om een gezonde, inclusieve, energie-neutrale en circulaire omgeving te creëren voor de leerlingen, cliënten, patiënten en medewerkers. Dit doen wij door duurzaamheid te integreren in onze zorg, onderwijs en bedrijfsvoering. Hiermee dragen wij, samen met onze partners, bij aan een toekomstbestendige maatschappij.

Johanna Janssen, leraar op SO Tine Marcusschool in Groningen (school voor leerlingen met een Taalontwikkelingsstoornis), brengt deze visie op inspirerende wijze in de praktijk. Een duurzame school maak je niet alleen; het vraagt om betrokken leerlingen, ouders, collega’s en een ondersteunende directie. Johanna speelt hierin een inspirerende en bepalende rol door haar enthousiasme en inzet. Ze betrekt haar leerlingen actief, stimuleert hen om bewuste keuzes te maken en laat zien hoe kleine acties een groot verschil kunnen maken. Haar aanpak is praktisch, herkenbaar en enthousiasmerend, waardoor niet alleen haar leerlingen, maar ook haar collega’s en de omgeving worden meegenomen in duurzaam denken en doen. Ze weet anderen te inspireren met haar verhalen, haar humor en de manier waarop ze samen met de leerlingen dingen ontdekt. Ook als iets anders loopt dan gepland, weet ze daar iets moois van te maken. Juist die onverwachte momenten zorgen ervoor dat leerlingen nog meer kunnen leren. Duurzaamheid hoeft niet altijd groots en meeslepend te zijn. Het zit vooral in kleine, dagelijkse keuzes die samen een groot verschil maken. Een klein, maar leuk voorbeeld dat Johanna vertelde: een leerling vroeg haar eens: "Juf, waarom heet een pissebed eigenlijk een pissebed?" In plaats van direct het antwoord te geven, stelde ze de vraag terug aan de klas: "Wat denken jullie?" Samen gingen ze op zoek naar het antwoord. Johanna laat zien dat duurzaamheid begint bij nieuwsgierigheid, ontdekken en samen leren. Net als in de moestuin: voorbereiden, zaaien, groeien, oogsten en genieten.