1. Typeer de docent in de duurzame impact die hij/zij/hen maakt.
Ester is een kanjer in haar vak als leerkracht en hoe zij het natuuronderwijs op de school heeft vorm gegeven. Ze heeft een groep ouders weten te motiveren om dit samen met haar vorm te geven. Dit loopt al jaren als een trein. Ze heeft gezorgd dat de grote moestuin achter de school wordt verzorgd en dat kinderen hier in kunnen werken. Ze heeft ook een buitenklas voor de kinderen in groep 1,2,3 gerealiseerd. In iedere klas heeft ze gezorgd dat er een wormenhotel is en dat de compost weer gebruikt wordt voor de moestuin. Ze is bescheiden naar de buitenwereld, maar een grote motor voor duurzame impact op de school.
2. Hoe betrekt de docent leerlingen/studenten in het samenstellen van duurzaamonderwijs?
Tien keer per jaar is er een natuurochtend op school. Dit is steeds rond een thema die past bij het seizoen. Alle kinderen van de school doen daar aan mee. Op die ochtend wordt gewerkt in de moestuin, gekookt met de groenten die uit de moestuin komt, creatieve werkstukken gemaakt die aansluiten bij het thema van de ochtend, proefjes en onderzoekjes gedaan in de WOOW space op school.
3. Hoe biedt de docent handelingsperspectief aan leerlingen/studenten?
Dit door steeds vanuit een thema te werken en daarmee ook zichtbaar te maken hoe je hier ook thuis mee aan de slag kan. Het heeft ook een grote uitwerking richting ouders, zodat zij ook thuis hier meer over praten en mee aan de slag kunnen.
4. Hoe krijgt de docent anderen binnen de school mee in duurzame ontwikkeling?
Op de woensdagen maken zij deel uit van deze ochtend. Zij zorgen dat alle kinderen lekker aan het werk kunnen. Daarnaast worden ook in de reguliere lessen aandacht besteed aan duurzaamheid. Iedere week is er in de WooW-space op school door de leerkracht Wetenschap en techniek aandacht voor onderwerpen die aansluiten bij de duurzame ontwikkeling.
5. Op welke manier is de docent een inspiratie voor (beginnend) docenten, leerlingen, studenten, collega’s en de omgeving buiten de school?
Ze is standvastig in haar koers en weet anderen te motiveren en te enthousiasmeren zich in te zetten. En ze weet ook steeds weer een creatieve invulling te geven.
6. Wat maakt de docent een vernieuwer in denken en doen? Brengt de docent bijvoorbeeld nog niet eerder uitgevoerde ideeën naar voren, zorgt voor vernieuwing van denkpatronen over afval, voeding, schoolgebouw, lesprogramma enz.
Ze is vernieuwer in de zin dat ze een doener is. Ze gaat het gewoon doen ipv plannen ontwikkelen. Een voorbeeld is de buitenklas bij haar lokaal. Kinderen kunnen daar zelfstandig naar toe. Deze buitenklas is er opeens.
7. Een duurzame docent heeft een brede/integrale opvatting van duurzaamheid. Hoe brengt de docent meerdere facetten van duurzaamheid bij elkaar binnen (vakoverstijgende) projecten en lessen?
Ze heeft aandacht voor diverse aspecten van duurzaamheid. Zo bestaat de natuurochtend altijd uit het thema benaderen vanuit verschillende invalshoeken en talenten van kinderen. Kinderen kunnen proefjes doen in de Wetenschap & Techniek ruimte, er wordt gewerkt in de moestuin, de opbrengst wordt gebruikt bij het koken en de creatieve opdrachten zijn ook in lijn met het thema.
8. Hoe werkt de docent samen met de (school) omgeving en externe partijen? Denk aan het samenwerken met gemeenten, Natuur en Milieu Educatiecentra, waterschappen, lokale bedrijven, NGO’s en buurtbewoners.
Er wordt regelmatig samengewerkt met NME. Zij doen diverse projecten op onze school. De school doet ook jaarlijks mee met de duurzame week van de gemeente De Bilt. Ester gaat ook voor projecten met de kinderen op bezoek bij lokale bedrijven.